Drugs veranderen hoe je denkt en hoe je lichaam doet en voelt. Veel drugs geven je even een goed gevoel. Drugs kunnen drie dingen met je doen. Drugs kunnen je:
- Stimuleren (je bent scherper, sneller of kan iets langer)
- Verdoven
- Bewustzijn veranderen
Sommige drugs doen twee dingen tegelijk. Je kunt drugs op verschillende manieren in je lichaam krijgen. Je kan bijvoorbeeld een pil slikken, iets roken, spuiten of snuiven.
WAT DOET DRUGS MET JE?
De effecten en risico’s van een middel hangen af van verschillende factoren. Het middel kan een stimulerende, verdovende of bewustzijnsveranderende werking hebben. Maar het effect is ook afhankelijk van hoe je je voelt, als je niet goed voelt kan een middel dit gevoel versterken en van de omgeving waarin je je bevind.
Het gebruik van drugs is nooit zonder risico’s.
Drugs kunnen je tijdelijk een prettig gevoel geven, doordat de drug bepaalde stoffen in de hersenen heeft vrijgemaakt. Als de drug is uitgewerkt is de voorraad uitgeput en krijg je een dip en een leeg gevoel. Waardoor het kan zijn dat je het middel opnieuw wil gebruiken.
Elke drug heeft zijn eigen werking, gevolgen en risico’s, het gebruik van drugs brengt altijd risico’s met
Drugs zijn middelen die inwerken op de hersenen en ook om deze reden worden gebruikt. Mensen gebruiken drugs voor hun plezier – het is een genotmiddel -, om zich beter te voelen of om in een roes te komen.
Maak jij je zorgen over je gebruik en wil je met iemand op school praten? Dat kan! Praat met je mentor of neem contact op.